Tips en weetjes



Velt levert onderstaande tips


Wat is velt:
Velt (Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren) is de vereniging voor al wie milieuvriendelijk aan de slag wil in de tuin of keuken. Al meer dan 40 jaar promoten we gezond leven op het ritme van de seizoenen, en dit met respect voor de natuur.

Velt is dé vereniging voor al wie milieuvriendelijk aan de slag wil in tuin of keuken. Bij Velt leer je niet alleen hoe je op een ecologische manier lekkere groenten kweekt, je ontdekt er ook alles over prachtige ecotuinen, over dier- en milieuvriendelijk kippen houden en over heerlijke gerechten vol vers geoogste seizoengroenten.

Link naar site velt:www.velt.be

Link naar lid worden velt: Word lid

Tuinkriebels in serre of kas (januari)


De dagen beginnen te lengen, maar de moestuin ligt er bij gebrek aan licht en warmte nog wat verlaten bij. Heb je een serre of kas, dan kun je vroeger toegeven aan de tuinkriebels. Jos Van Hoecke, auteur van het boek Achter Glas, vertelt wat hij tijdens deze wintermaanden doet in zijn serre.

1. In een deel van mijn kas zaaide ik in het najaar groenbemesters. Die zijn intussen goed gegroeid en vormen een bont mengsel van facelia, snijrogge en wikke. Eind januari spit ik die groenbemesters ondiep onder. Daarna strooi ik vijf liter fijne compost per vierkante meter bovenop de grond.

2. In de rest van de serre staat nog volop veld-, pluk- en raketsla, winterpostelein, kervel en witlof. Die mogen uiteraard rustig blijven staan tot hun oogst ten einde loopt.

3. Zodra het overdag niet meer vriest, vertrouw ik het eerste zaad aan de grond toe en begint voor mij het moestuinjaar. Saxa is mijn favoriet radijzenras voor kasteelt. Vanaf nu zaai ik om de drie weken kleine porties radijs om een constante aanvoer te hebben tot in april, wanneer ik de teelt buiten voortzet.

4. Frisse lenteblaadjes zaai je nu! Snijsla is een snelle groeier die je nu al in de serre kunt zaaien. Witte Dunsel is mijn vroegste favoriet: een snelle groeier die ik zowel in de serregrond als in de zaaitafel zaai. Rucola, Osaka Red, Tokya Bekana, Serifon, raapseeltjes, mizuna en Purple Frills zijn allemaal kruisbloemige blaadjes die ik om de drie weken in rijtjes met 30 cm tussenruimte zaai. Ik meng de zaden van al die mooie blaadjes, zo krijg ik vanzelf ook een gespreide oogst. Vroeg Reuzenblad is mijn favoriete spinazieras, dat goed tegen de koude kan.

5. Vanaf half februari zaai ik een of meer winterpreirassen (Blauwe Luikse Winter, Avano, Sint Victor en Blauwgroene Mechelse) op de zaaitafel en in de kasgrond. Prei kiemt met een schattig groen sprietje dat aan het uiteinde een haakje vormt. In april zijn die honderden jonge plantjes een stevige breinaald dik en plant ik ze uit in de vollegrond. Op hetzelfde moment zaai ik zaaiui uit in de serre. Goede rassen hiervoor zijn Sturon en Stuttgarter.

6. Wil je in mei al erwtjes oogsten, zaai de erwten dan nu voor in de kas. Zo kun je half maart al stevige plantjes buiten planten en heb je minder kans op rupsjes in je erwten. Sugar Snaps kiemen niet in koude grond, maar wel vlot in de kas.

7. In de tweede week van februari zaai ik een eerste keer bloemkool. Alpha, Mechelse Vroege, Vier Jaargetijden en Odysseus zijn aanraders. Drie weken later zaai ik nog eens: zo spreid ik het uitplanten en verleng ik de oogst.

8. In de serre zaai ik eind februari pepers en paprika’s voor, want zij hebben overdag rond de 22 en ’s nachts 18 graden Celsius nodig om te kiemen.


Bijna zomer in de kas! (augustus)


Half mei gaan alle remmen los in de tuin, want de ijsheiligen zijn eindelijk voorbij. Alle vorstgevoelige planten kunnen nu naar de serre en naar buiten. En dan wordt het zó druk dat zelfs Jos Van Hoecke vergeet om op zijn stoeltje in de serre te gaan zitten om te genieten van de zon en het wonderlijke gebeuren in de tuin.

1. De laatste voorjaarsgroenten belanden van de kas op ons bord en maken plaats voor de tomaten. Nadat je ze hebt uitgeplant, moet je ze al opbinden. Dat doet Jos met stevig touw, maar het kan ook met stokken. Verwijder regelmatig okselscheuten als ze nog heel klein zijn: dan beperk je de wonde en geneest die vlug. Over water geven aan tomaten bestaan verschillende meningen. De vuistregel is: zeker niet te veel en altijd aan de voet van de plant, zodat de bladeren niet nat worden. Jos geeft twee tot drie keer per week vijf tot zeven liter water. Andere tuiniers geven maar één keer per maand water, ook in de kas. Je tomatenplanten wortelen daardoor dieper.

2. Paprika’s, pepers en aubergines die je binnen of in de serre hebt opgekweekt, laat je geleidelijk wennen aan de temperatuur in de kas. Als de eerste bloemknoppen aan de jonge plantjes komen, plant je ze uit. Dat kan in de vollegrond in de kas of in potten. Denk er bij potten wel aan dat je regelmatig water moet geven.

3. Ook meloenen mogen nu de vollegrond in. Heb je weinig plaats in je kas, kweek ze dan verticaal, bijvoorbeeld aan een constructie van stokken en gaas. De hoofdrank van jonge meloenplanten top je nadat het vijfde blad tot volle ontwikkeling is gekomen. Zo ontstaan er zijranken, die je ook weer kunt bijsnoeien na het vijfde blad. In een kas hebben meloenen vaak handmatige bestuiving nodig om echt goede vruchten te geven.

4. Augurken en komkommers zijn snelle groeiers. Je leidt ze het best aan een latwerk van stevige palen of aan touwen. Oogst de vruchten jong: zo zijn ze op hun lekkerst en blijven de planten volop produceren.

5. Laat de grond in de kas zeker niet bloot en mulch met een groeiende laag organisch materiaal. Zo blijft het vocht in de grond en krijgt ongewenste plantengroei geen kans. Een mengeling van heermoes, boerenwormkruid, smeerwortel en brandnetel (zonder zaad) doet het prima als bodembedekker omdat die planten bij het verteren goede voeding leveren aan het bodemleven en dus ook aan de planten.


Verleng de seizoenen in je serre of kas (november)


De natuur en de tuin gaan met het korten van de dagen op een lager pitje staan. Maar met een kas in de tuin verleng je de seizoenen. Dat bewijst Jos Van Hoecke, want terwijl hij de laatste vruchtgewassen oogst, kuilt hij zijn witlof in en begint hij een nieuw moestuinseizoen te plannen. Met deze vijf tips haal jij ook meer uit je tuin.

1. Paprika’s en pepers staan in mijn kas in grote potten. Het voordeel is dat je ze in de herfst, als er vorst dreigt, tijdelijk kunt verhuizen naar binnen of naar de serre. Zet deze potten in november wat verder uit elkaar. Zo krijgen de planten meer licht en lucht, drogen ze beter op en krijgen ze minder gauw last van schimmels: een eenvoudige truc om langer plezier te hebben van potpepers. Op die manier pluk ik de laatste paprika’s en pepers meestal tot een stuk in november.

2. In november breng ik de gerooide witlofwortels naar de kas. Het loof snijd ik af op 3 cm: heerlijk voer voor kippen en konijnen. Dan graaf ik de meeste witlofpennen verticaal vorstvrij in. Om de vier weken haal ik er veertig uit om te forceren. Dat doe ik op de manier die ‘de koude trek’ wordt genoemd. Hiervoor maak ik een kuil in de kas: ik schep een laag van 20 cm grond weg. Begin november leg ik er een veertigtal witlofpennen in. In december maak ik nog een tweede groeve. In de kuil giet ik een emmer water per vierkante meter en laat dat langzaam door de bodem opnemen.

Intussen snijd ik de wortels bij op 20 cm. Bij het intafelen zet ik de wortels recht tegen één kant van de kuil. Een hele rij, de ene wortel tegen de andere aan, met hun voeten in de modder. Dan breng ik een laagje vochtige grond aan tussen de wortels. Een tweede rij wortels komt hier tegenaan. Zo schuif ik op, tot de kuil vol pennen staat.. Ik dek ze af met twee lagen jutezakken. Als je eind november witlof intafelt, kun je in februari-maart oogsten.

3. Bleef je in de nazomer zaaien, dan kun je nu volop plukken en oogsten van je winterpostelein, veldsla, kervel en rucola. Geef ze regelmatig water.

4. Als het in de winter -10° Celsius of kouder wordt, dek ik de ingekuilde groenten in de kas af met extra jute, hooi of stro.

5. En dan wordt het alweer hoog tijd om het teeltplan van de kas voor het nieuwe seizoen op te stellen. Een hulp daarbij is mijn jaarlijkse tuinagenda. De kleine en iets grotere werkzaamheden in de kas en de tuin schrijf ik er allemaal in op. Mijn agenda’s verschaffen me een schat aan informatie doorheen de jaren en ondersteunen mijn geheugen.